PROMOTOR 2021 - no2 / 12 maart-23april 'Youngtimer'
Geplaatst: 20-02-2022 21:13
Starcks blooper: Aprilia Moto 6.5
Opgehemeld en kapotgeschreven. Dat overkwam de Aprilia Moto 6.5 in 1995. Het design van Philippe Starck reed best goed, maar een koppige Duitser begreep het kunststukje niet. Gevolg: de verkoop liep niet.
Youngtimer
Aprilia Moto 6.5 (1995)
Ad van de Wiel
Andrew Walkinshaw
Wat de boer niet kent eet hij later
Bij zijn laatste reis ging een lange stoet van Moto 6.5’s de lijkwagen van Ivano Beggio voor. De cultmotor had de Aprilia-topman windeieren gelegd, maar hij bleef er desondanks aan verknocht. Langzaam maar zeker volgt de rest van de wereld.
Als een motorfiets die de wereld moet veranderen en een compleet nieuwe groep motorrijders moet aanboren slechts 6129 keer verkoopt, is er iets mis gegaan. Nee, het stempeltje succesvol past niet direct op de Moto 6.5. Toch ontworstelt de excentrieke Italiaan zich de laatste jaren wel succesvol aan de kwalificatie ‘mislukking’. Misschien waren we nog niet klaar voor zo’n gamechanger? Dat juist een behoudend volkje als de Hollanders bijna goed is voor bijna vijf procent van de verkopen wereldwijd verbaast daarom. Al neemt hip and happening Amsterdam alleen al 54 exemplaren voor zijn rekening. We rijden deze zeldzame ‘wereldveroveraar’.
SNEREN OP ONTWERP
‘Zeg het maar: spuuglelijk of hallucinerend mooi?’ De allereerste zin ooit die over de 6.5 terug valt te lezen in een vaderlands motormagazine vertelt het hele verhaal. De motorfiets polariseert meer dan de presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten. Je bent voor of tegen, fan of vijand. Al is het feitelijk correcter om te schrijven dat je voor of tegen wás. Het tij keert voor de mono. Steeds meer tegenstanders van weleer lopen over naar het kamp van de voorstanders. Bij de lancering hoopte Aprilia op meer liefhebbers, maar het wist toen al dat het met deze motorfiets een groot risico nam. Al had het nimmer kunnen bedenken dat een enkeling dacht dat de Moto 6.5 een ‘reclamestunt van een paaseierenfabrikant’ was.
Dat het ‘rijdende paasei’ een ontwerp is van Philippe Starck weet iedereen. Met liefde verruilde de Fransman het keukenblad eenmalig voor de garage. De meeste van zijn ontwerpen zijn nog altijd in keukens te vinden, een enkele staat in een schuur. De garages van Starck zelf staan ook vol met motoren. De man blijkt een echte liefhebber getuige zijn vele trial, klassieke en hedendaagse motoren. In die laatste categorie is geen plaats voor dertien-in-een-dozijn exemplaren. Starck vindt namelijk dat een product iets bij een mens teweeg moet brengen. Zo niet dan heeft het volgens hem geen bestaansrecht. Met sneren aan het adres van zijn ontwerp heeft hij daarom geen problemen, die waardeert hij zelfs. Alles liever dan de clichématige inwisselbare ontwerpen van Japanse fabrikanten. Hij mag zich gelukkig prijzen dat hij in Aprilia-baas Ivano Beggio een gelijkgestemde vindt. Om op te boksen tegen de Japanse merken gaf die Starck carte blanche. De enige eis die Beggio stelde was simpel: ‘maak een spraakmakende motor.’ Missie geslaagd. Een kwart eeuw later spreken we nog altijd over de Moto 6.5.
NUL WATER BIJ DE WIJN
Met Starck en Beggio hoeft niemand medelijden te hebben, met Fausto Vergani en zijn team wel. Het was aan hen – het team van ingenieurs van de Aprilia-fabriek in Noale - om de wildste ideeën van Starck om te zetten in iets wat daadwerkelijk werkte. Visionaire kunst transformeren in haalbare praktijk is geen sinecure en van water bij de wijn doen had de Fransman nog nooit gehoord. Met de hakken in het zand hield de kunstenaar halsstarrig vast aan zijn oorspronkelijke ontwerp. Hij moet hartsgrondig in het Italiaans zijn vervloekt. Met kunst en vliegwerk lukte het de mannen in Noale toch om de Moto 6.5 te ontwikkelen. Een wereldprestatie want elk onderdeel is oorspronkelijk ontwerpen voor de vorm en pas daarna voor de functie.
Dat vorm en functie elkaar op de 6.5 af en toe toch in de weg zitten, vergoelijkt een liefhebber als karakter. De rest van de wereld noemt het simpelweg een minpunt. Neem bijvoorbeeld het rondgebogen uitlaatsysteem dat niet bekend staat als een makkelijke ‘uitademer’. Een andere klassieker’ is de benzinekraan van de eerste generatie. De benzinetank bevat zestien liter brandstof, maar door de locatie van de benzinekraan kunnen er daarvan effectief slechts twaalf gebruikt worden. Bovendien zit de benzinekraan aan de rechterkant… Een jaar later verhuist de kraan naar links en naar beneden en mogen Moto 6.5-eigenaren hun benzinetank gratis ruilen. Dat krijg je als een kunstenaar zich uitleeft...
GEEN UITSTAPJES MEER
Het alom aanwezige lichtgrijze kunststof is prachtig en onmogelijk tegelijk. De Moto 6.5 heeft geen gebruikelijke zwarte kabels, knipperlichten of andere zwarte Tupperware. Zoals gezegd oogt het grijs magnifiek, maar de kabels vergelen door Uv-straling en hete remvloeistof waar je bij staat. Gelukkig - zijn tijd ver vooruit - is het kunststof recyclebaar.
De opvallend alledaagse spiegels hebben eveneens een grijze rand. Zelfs de slangen van de koelvloeistof zijn grijs en dus duur om te produceren. Van de verkoopprijs van fl. 15.990 is Aprilia dan ook nooit rijk geworden. Zou Aprilia daarom geen ‘uitstapjes’ meer hebben gemaakt na de 6.5? Het kleurt tot nu toe alleen nog maar keurig tussen de lijntjes.
Het blok is al net zo grijs als het kunststof. Het eerste prototype had nog een luchtgekoelde Suzuki 350 eencilinder, maar het productiemodel heeft de Oostenrijkse Rotax-mono met vijfklepskop. Hetzelfde blok drijft ook de Pegaso aan, al heeft het in de Moto 6.5 tammere nokkenassen en een enkele 40 millimeter carburateur in plaats van dubbele 33 millimeter carburateurs. Dankzij de aanpassingen is het blok voor een eencilinder enorm soepel onderin. De balansas houdt de vibraties in toom. In geen enkele test uit debuutjaar 1995 valt een onvertogen woord over het blok en een kwart eeuw later enthousiasmeert het nog altijd.
Op een zonnige zomerdag, het weer dat standaard bij deze motorfiets hoort, rijden wij de Moto 6.5 van Erik Gemser. Vandaag voorziet hij ons niet alleen van een motorfiets, maar ook van alle ins en outs ervan. Als drijvende kracht van het 6.5-forum is hij daarvoor de geschikte persoon.
GEEN SPEELGOED
Gemser heeft zich nooit hoeven verdedigen voor zijn Italiaanse trots tegenover andere motorrijders. ‘De Aprilia oogst juist bewondering. Er staan altijd mensen om je heen. Je wordt niet uitgelachen, echt niet. Je verwacht dat jongere motorrijders hem leuk vinden, maar oudere motorrijders snappen het ook helemaal. Routiniers hebben er respect voor. Het algehele gevoel is omgeslagen. Van blooper naar gewilde motor. Een 6.5 is tegenwoordig echt meer waard. Dat klinkt leuk, maar elk onderdeel dat je nodig hebt stijgt net zo hard in prijs.’
Gelukkig praten we niet alleen over een spraakmakende motorfiets, maar rijden we er ook mee. De bevindingen van 1995 staan nog altijd kaarsrecht overeind. Het is namelijk nog altijd opstappen en wegwezen. Op foto’s oogt een Moto 6.5 altijd als speelgoed, maar de zit is hoger dan verwacht en de motor voelt volwassen. Het zadel oogt dik, maar de kunststof bodemplaat laat zich desondanks prominent gelden. Of het komt door de motor, het Groene Hart of door de zomerse temperaturen, maar het voelt als een voorrecht om op deze cultfiets te rijden. Het blok is net zo soepel als de testers van het eerste uur al verkondigen en de smalle mono is heerlijk licht te rijden. Een mens voelt zich direct op zijn gemak en happy. Een kanon is het zeker niet – en richting het rode gebied gaat het allemaal als een nachtkaars uit – maar het is aangenaam en ontspannen toeren. Bovendien is de motor ontworpen met stadsgebruik in het achterhoofd en in de stedelijke omgeving kom je perfect mee. In 1995 nodigde de 6.5 al niet uit tot snel rijden en dat is nog altijd zo. Geniet vooral in rust en in stilte. Het ronde uitlaatsysteem weet namelijk prima raad met de dikke eencilinderklappen.
DUITSERS VERMOORDDEN 6.5
De exotische en unieke vormgeving contrasteert enorm met het conservatieve rijwielgedeelte. Daarmee stuurt de motorfiets volgens alle eerste testen ‘licht en nauwkeurig’. Alleen zijn er al vanaf het begin ook klachten over de onbalans in het rijwielgedeelte. De voorkant zou te zacht zijn geveerd, de achterkant te hard. Bij dit model is dat wel in balans, al klinkt dat beter dan het daadwerkelijk is. Deze fiets is rondom te zacht en dat werkt vertrouwen niet in de hand. Het is niet dat ik me niet vermaak, maar de grenzen zoek ik bewust niet op. Waarschijnlijk is de Marzocchi achterdemper in de loop der jaren iets van zijn arbeidsmoraal kwijtgeraakt.
Eigenaar Erik Gemser voelt zich wel volledig thuis op zijn 6.5’tje. Hij kan er mee lezen en schrijven en hekelt dan ook de journalisten die over onbalans in het rijwielgedeelte begonnen. ‘Duitse journalisten hebben de 6.5 stuk geschreven. Zij waren er niet van gecharmeerd. Zo’n motor valt ook niet uit te leggen aan stijve types als Duitsers. Een gerenommeerde journalist schrijft negatief over het stuurgedrag en de rest neemt het vervolgens klakkeloos over.’ Geen idee of de complottheorie van Gemser klopt, maar het is paradoxaal dat juist de Duitsers een motorfiets vermoorden die relatief goed verkocht in Der Heimat.
Gemser schuift niet alle schuld in de schoenen van onze Oosterburen. Ook hij weet wel dat de 6.5 lastig te plaatsen is. ‘Het is helemaal niks. De motor zit overal tussen in, al komt een urban-bike het eerst in beeld. Oké, de motor zette zichzelf definitief op de kaart toen hij werd opgenomen in de vaste collectie van het Gugenheim museum, maar dat garandeert nog geen verkopen. Er zijn overigens slechts twee modellen in de Verenigde Staten geleverd en die staan beiden in een museum.’
PRACHTIGE ANEKDOTE
In het centrum van Hilversum staat een Aprilia Moto 6.5 als kunstwerk op een hoge paal. Het voelt bijna net zo logisch als dat een YamaKuziKwak dat nooit voor elkaar zal boksen. Aprilia, Beggio en Starck hebben daadwerkelijk iets unieks neergezet met de Moto 6.5. Hulde voor de getoonde moed, al resulteerde dat nooit in hemelse verkoopcijfers.
Ergens op het oneindige internet staat er een prachtige anekdote over de 6.5. In het eerste jaar verkocht de exoot nog aardig, maar het tweede jaar was het feest over. Volgens de auteur omdat iedere hippe tandarts, cosmetisch chirurg, influencer of architect er al eentje had. ‘Echte’ motorrijders lieten de Aprilia links liggen. Er valt iets voor te zeggen, we hebben het wel over 25 jaar geleden. Tegenwoordig is dat anders en vallen meer en meer mensen voor deze cultfiets.
ONDERDELSITUATIE NIET ROOSKLEURIG
Het valt niet mee om onderdelen voor een Moto 6.5 te vinden. Alles voor het motorblok is prima te krijgen want het is gelijk aan BMW’s F650 en Aprilia’s Pegaso. Tot zo ver het goede nieuws. Het kuipwerk is namelijk onmogelijk te vinden. Door de matige kwaliteit is iedereen daar naarstig naar op zoek. Voor koplampen en kilometertellers worden enorme bedragen neergelegd. Ebay is je vriend, maar je hebt geluk nodig en er als een gek bij zijn.
OOIT BETAALBAAR
Vroeger – slechts vijf jaar geleden – was de 6.5 nog uiterst betaalbaar. Toen lag de prijs rond de € 2500. Tegenwoordig is dat al tussen de € 3500 en € 5000. Voor originele accessoires (ruit, rekje, tassen) wordt goudgeld betaald. Philippe Starck tekende nog een bijpassende kledinglijn getekend, maar die ging nooit in productie. In Nederland kostte de motor bij zijn introductie fl. 15.990. Al snel daalde dat naar fl. 14.990. In november 1996 was de Moto 6.5 in Nederland te koop voor fl. 13.500.
PROBLEEMGEVALLEN
De benzinetank is van kunststof en daar kunnen blaasjes op komen. Vergeet het maar om een nieuw ongeschonden exemplaar te kopen. De rest van het plastic kan meer hebben al houdt het lakwerk niet over. Al het karakteristieke grijze plastic uit 1995 is ondertussen flink vergeeld. Dat de 6.5 een echt zomers type is blijkt wel uit zijn gevoeligheid voor pekel.
OPMERKELIJKE MOTOR HAALT VOLKSKRANT
Het is niet elke motor gegeven, maar de Aprilia Moto 6.5 haalt in 1996 de Volkskrant als excentriek wapen tegen oprukkende files. ‘Aprilia’s Moto 6.5 van Philippe Starck is een uitgekiende combinatie van een vrouwelijke belijning en een mannelijk motorblok dat zich laat bekijken als ingewanden in een gestaald lichaam.’ Als altijd zijn de meningen verdeeld. Hoofdstedelijke motorzaak Selling raakt de motor niet aan de straatstenen kwijt, maar RAI-directeur Raymond Grollé is lyrisch: 'Het aanslaan van zo'n nieuw type motor vraagt tijd. Maar het ontwerp is zo origineel dat ik het geen verloren zaak vind.' De Volkskrant registreert al wel dat de Moto 6.5 geen succesnummer is: ‘Er zijn vijftig verkocht sinds juni 1995. Ongunstig moment, het seizoen liep af.’ Op meer had de importeur volgens de krant niet gerekend. 'Het is gewoon geen massaproduct. Er hoort een exclusief etiket aan te zitten.' Met de verkoopprijs zit dat laatste wel geramd.
SOLO DUE ANNI
Aprilia produceerde de Moto 6.5 – het is amper te bevatten bij zo’n klassieker – slechts twee jaar. De eerste generatie 95/96 komt uit de fabriek in Scorzè. Het uitleveren begint op 6 mei 1995. De eerste 6.5 heeft grijze bekabeling en een benzinekraan aan de rechterkant. Aprilia produceert 3556 exemplaren in Scorzè en die modellen zijn te herkennen aan de S-framecode. In 1996 verhuist de productie naar Noale vandaar de N-framecode. In totaal rolden er 2572 van de band. In 1997 zette Aprilia de productie al stil door tegenvallende verkopen. Toch begint de Moto 6.5 in 1999 aan een tweede leven. Aprilia start geen nieuwe productie op, maar bouwt tot 2001 nieuwe motoren met onderdelen die op de schappen liggen.
STARCKS VINGEROEFENINGEN
Voordat de Moto 6.5 zelfs maar in beeld kwam, ontwierp Philippe Starck een scooter op verzoek van Ivano Beggio. Deze zogenaamde Lama werd in 1992 gepresenteerd en ook direct afgeserveerd. Starck implementeerde de zachtheid van pluchen knuffels in het ontwerp en dat viel lastig te rijmen met de macho motorwereld. Beggio houdt Starck vaak een hand boven het hoofd, maar het prototype was zelfs hem te veel. Het was direct duidelijk dat de Lama het nooit verder zou schoppen dan prototype. Het is eeuwig zonde dat Starcks X-Ray na het debacle van de Lama en de Moto 6.5 ook sneuvelde. Het prachtige ontwerp, met het RSV-blok als kloppend hart als middelpunt, kwam niet verder dan een kartonnen model.
STERONTWERPER
Als navelstaarders pur sang kennen we Philippe Starck vooral als ontwerper van motorfietsen. De rest van de wereld kent de Fransman van andere designhoogstandjes.
Starck ontwierp legendarische gebouwen als het Royalton New York, het Asahi-gebouw in Tokio en het Café Costes in Parijs. Toch kennen de meeste mensen hem als ontwerper van Alessi-citroensnijder Juicy Salif en de onmogelijke fruitpers die legendarisch is om zijn gebruiksongemak.
.
.
Opgehemeld en kapotgeschreven. Dat overkwam de Aprilia Moto 6.5 in 1995. Het design van Philippe Starck reed best goed, maar een koppige Duitser begreep het kunststukje niet. Gevolg: de verkoop liep niet.
Youngtimer
Aprilia Moto 6.5 (1995)
Ad van de Wiel
Andrew Walkinshaw
Wat de boer niet kent eet hij later
Bij zijn laatste reis ging een lange stoet van Moto 6.5’s de lijkwagen van Ivano Beggio voor. De cultmotor had de Aprilia-topman windeieren gelegd, maar hij bleef er desondanks aan verknocht. Langzaam maar zeker volgt de rest van de wereld.
Als een motorfiets die de wereld moet veranderen en een compleet nieuwe groep motorrijders moet aanboren slechts 6129 keer verkoopt, is er iets mis gegaan. Nee, het stempeltje succesvol past niet direct op de Moto 6.5. Toch ontworstelt de excentrieke Italiaan zich de laatste jaren wel succesvol aan de kwalificatie ‘mislukking’. Misschien waren we nog niet klaar voor zo’n gamechanger? Dat juist een behoudend volkje als de Hollanders bijna goed is voor bijna vijf procent van de verkopen wereldwijd verbaast daarom. Al neemt hip and happening Amsterdam alleen al 54 exemplaren voor zijn rekening. We rijden deze zeldzame ‘wereldveroveraar’.
SNEREN OP ONTWERP
‘Zeg het maar: spuuglelijk of hallucinerend mooi?’ De allereerste zin ooit die over de 6.5 terug valt te lezen in een vaderlands motormagazine vertelt het hele verhaal. De motorfiets polariseert meer dan de presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten. Je bent voor of tegen, fan of vijand. Al is het feitelijk correcter om te schrijven dat je voor of tegen wás. Het tij keert voor de mono. Steeds meer tegenstanders van weleer lopen over naar het kamp van de voorstanders. Bij de lancering hoopte Aprilia op meer liefhebbers, maar het wist toen al dat het met deze motorfiets een groot risico nam. Al had het nimmer kunnen bedenken dat een enkeling dacht dat de Moto 6.5 een ‘reclamestunt van een paaseierenfabrikant’ was.
Dat het ‘rijdende paasei’ een ontwerp is van Philippe Starck weet iedereen. Met liefde verruilde de Fransman het keukenblad eenmalig voor de garage. De meeste van zijn ontwerpen zijn nog altijd in keukens te vinden, een enkele staat in een schuur. De garages van Starck zelf staan ook vol met motoren. De man blijkt een echte liefhebber getuige zijn vele trial, klassieke en hedendaagse motoren. In die laatste categorie is geen plaats voor dertien-in-een-dozijn exemplaren. Starck vindt namelijk dat een product iets bij een mens teweeg moet brengen. Zo niet dan heeft het volgens hem geen bestaansrecht. Met sneren aan het adres van zijn ontwerp heeft hij daarom geen problemen, die waardeert hij zelfs. Alles liever dan de clichématige inwisselbare ontwerpen van Japanse fabrikanten. Hij mag zich gelukkig prijzen dat hij in Aprilia-baas Ivano Beggio een gelijkgestemde vindt. Om op te boksen tegen de Japanse merken gaf die Starck carte blanche. De enige eis die Beggio stelde was simpel: ‘maak een spraakmakende motor.’ Missie geslaagd. Een kwart eeuw later spreken we nog altijd over de Moto 6.5.
NUL WATER BIJ DE WIJN
Met Starck en Beggio hoeft niemand medelijden te hebben, met Fausto Vergani en zijn team wel. Het was aan hen – het team van ingenieurs van de Aprilia-fabriek in Noale - om de wildste ideeën van Starck om te zetten in iets wat daadwerkelijk werkte. Visionaire kunst transformeren in haalbare praktijk is geen sinecure en van water bij de wijn doen had de Fransman nog nooit gehoord. Met de hakken in het zand hield de kunstenaar halsstarrig vast aan zijn oorspronkelijke ontwerp. Hij moet hartsgrondig in het Italiaans zijn vervloekt. Met kunst en vliegwerk lukte het de mannen in Noale toch om de Moto 6.5 te ontwikkelen. Een wereldprestatie want elk onderdeel is oorspronkelijk ontwerpen voor de vorm en pas daarna voor de functie.
Dat vorm en functie elkaar op de 6.5 af en toe toch in de weg zitten, vergoelijkt een liefhebber als karakter. De rest van de wereld noemt het simpelweg een minpunt. Neem bijvoorbeeld het rondgebogen uitlaatsysteem dat niet bekend staat als een makkelijke ‘uitademer’. Een andere klassieker’ is de benzinekraan van de eerste generatie. De benzinetank bevat zestien liter brandstof, maar door de locatie van de benzinekraan kunnen er daarvan effectief slechts twaalf gebruikt worden. Bovendien zit de benzinekraan aan de rechterkant… Een jaar later verhuist de kraan naar links en naar beneden en mogen Moto 6.5-eigenaren hun benzinetank gratis ruilen. Dat krijg je als een kunstenaar zich uitleeft...
GEEN UITSTAPJES MEER
Het alom aanwezige lichtgrijze kunststof is prachtig en onmogelijk tegelijk. De Moto 6.5 heeft geen gebruikelijke zwarte kabels, knipperlichten of andere zwarte Tupperware. Zoals gezegd oogt het grijs magnifiek, maar de kabels vergelen door Uv-straling en hete remvloeistof waar je bij staat. Gelukkig - zijn tijd ver vooruit - is het kunststof recyclebaar.
De opvallend alledaagse spiegels hebben eveneens een grijze rand. Zelfs de slangen van de koelvloeistof zijn grijs en dus duur om te produceren. Van de verkoopprijs van fl. 15.990 is Aprilia dan ook nooit rijk geworden. Zou Aprilia daarom geen ‘uitstapjes’ meer hebben gemaakt na de 6.5? Het kleurt tot nu toe alleen nog maar keurig tussen de lijntjes.
Het blok is al net zo grijs als het kunststof. Het eerste prototype had nog een luchtgekoelde Suzuki 350 eencilinder, maar het productiemodel heeft de Oostenrijkse Rotax-mono met vijfklepskop. Hetzelfde blok drijft ook de Pegaso aan, al heeft het in de Moto 6.5 tammere nokkenassen en een enkele 40 millimeter carburateur in plaats van dubbele 33 millimeter carburateurs. Dankzij de aanpassingen is het blok voor een eencilinder enorm soepel onderin. De balansas houdt de vibraties in toom. In geen enkele test uit debuutjaar 1995 valt een onvertogen woord over het blok en een kwart eeuw later enthousiasmeert het nog altijd.
Op een zonnige zomerdag, het weer dat standaard bij deze motorfiets hoort, rijden wij de Moto 6.5 van Erik Gemser. Vandaag voorziet hij ons niet alleen van een motorfiets, maar ook van alle ins en outs ervan. Als drijvende kracht van het 6.5-forum is hij daarvoor de geschikte persoon.
GEEN SPEELGOED
Gemser heeft zich nooit hoeven verdedigen voor zijn Italiaanse trots tegenover andere motorrijders. ‘De Aprilia oogst juist bewondering. Er staan altijd mensen om je heen. Je wordt niet uitgelachen, echt niet. Je verwacht dat jongere motorrijders hem leuk vinden, maar oudere motorrijders snappen het ook helemaal. Routiniers hebben er respect voor. Het algehele gevoel is omgeslagen. Van blooper naar gewilde motor. Een 6.5 is tegenwoordig echt meer waard. Dat klinkt leuk, maar elk onderdeel dat je nodig hebt stijgt net zo hard in prijs.’
Gelukkig praten we niet alleen over een spraakmakende motorfiets, maar rijden we er ook mee. De bevindingen van 1995 staan nog altijd kaarsrecht overeind. Het is namelijk nog altijd opstappen en wegwezen. Op foto’s oogt een Moto 6.5 altijd als speelgoed, maar de zit is hoger dan verwacht en de motor voelt volwassen. Het zadel oogt dik, maar de kunststof bodemplaat laat zich desondanks prominent gelden. Of het komt door de motor, het Groene Hart of door de zomerse temperaturen, maar het voelt als een voorrecht om op deze cultfiets te rijden. Het blok is net zo soepel als de testers van het eerste uur al verkondigen en de smalle mono is heerlijk licht te rijden. Een mens voelt zich direct op zijn gemak en happy. Een kanon is het zeker niet – en richting het rode gebied gaat het allemaal als een nachtkaars uit – maar het is aangenaam en ontspannen toeren. Bovendien is de motor ontworpen met stadsgebruik in het achterhoofd en in de stedelijke omgeving kom je perfect mee. In 1995 nodigde de 6.5 al niet uit tot snel rijden en dat is nog altijd zo. Geniet vooral in rust en in stilte. Het ronde uitlaatsysteem weet namelijk prima raad met de dikke eencilinderklappen.
DUITSERS VERMOORDDEN 6.5
De exotische en unieke vormgeving contrasteert enorm met het conservatieve rijwielgedeelte. Daarmee stuurt de motorfiets volgens alle eerste testen ‘licht en nauwkeurig’. Alleen zijn er al vanaf het begin ook klachten over de onbalans in het rijwielgedeelte. De voorkant zou te zacht zijn geveerd, de achterkant te hard. Bij dit model is dat wel in balans, al klinkt dat beter dan het daadwerkelijk is. Deze fiets is rondom te zacht en dat werkt vertrouwen niet in de hand. Het is niet dat ik me niet vermaak, maar de grenzen zoek ik bewust niet op. Waarschijnlijk is de Marzocchi achterdemper in de loop der jaren iets van zijn arbeidsmoraal kwijtgeraakt.
Eigenaar Erik Gemser voelt zich wel volledig thuis op zijn 6.5’tje. Hij kan er mee lezen en schrijven en hekelt dan ook de journalisten die over onbalans in het rijwielgedeelte begonnen. ‘Duitse journalisten hebben de 6.5 stuk geschreven. Zij waren er niet van gecharmeerd. Zo’n motor valt ook niet uit te leggen aan stijve types als Duitsers. Een gerenommeerde journalist schrijft negatief over het stuurgedrag en de rest neemt het vervolgens klakkeloos over.’ Geen idee of de complottheorie van Gemser klopt, maar het is paradoxaal dat juist de Duitsers een motorfiets vermoorden die relatief goed verkocht in Der Heimat.
Gemser schuift niet alle schuld in de schoenen van onze Oosterburen. Ook hij weet wel dat de 6.5 lastig te plaatsen is. ‘Het is helemaal niks. De motor zit overal tussen in, al komt een urban-bike het eerst in beeld. Oké, de motor zette zichzelf definitief op de kaart toen hij werd opgenomen in de vaste collectie van het Gugenheim museum, maar dat garandeert nog geen verkopen. Er zijn overigens slechts twee modellen in de Verenigde Staten geleverd en die staan beiden in een museum.’
PRACHTIGE ANEKDOTE
In het centrum van Hilversum staat een Aprilia Moto 6.5 als kunstwerk op een hoge paal. Het voelt bijna net zo logisch als dat een YamaKuziKwak dat nooit voor elkaar zal boksen. Aprilia, Beggio en Starck hebben daadwerkelijk iets unieks neergezet met de Moto 6.5. Hulde voor de getoonde moed, al resulteerde dat nooit in hemelse verkoopcijfers.
Ergens op het oneindige internet staat er een prachtige anekdote over de 6.5. In het eerste jaar verkocht de exoot nog aardig, maar het tweede jaar was het feest over. Volgens de auteur omdat iedere hippe tandarts, cosmetisch chirurg, influencer of architect er al eentje had. ‘Echte’ motorrijders lieten de Aprilia links liggen. Er valt iets voor te zeggen, we hebben het wel over 25 jaar geleden. Tegenwoordig is dat anders en vallen meer en meer mensen voor deze cultfiets.
ONDERDELSITUATIE NIET ROOSKLEURIG
Het valt niet mee om onderdelen voor een Moto 6.5 te vinden. Alles voor het motorblok is prima te krijgen want het is gelijk aan BMW’s F650 en Aprilia’s Pegaso. Tot zo ver het goede nieuws. Het kuipwerk is namelijk onmogelijk te vinden. Door de matige kwaliteit is iedereen daar naarstig naar op zoek. Voor koplampen en kilometertellers worden enorme bedragen neergelegd. Ebay is je vriend, maar je hebt geluk nodig en er als een gek bij zijn.
OOIT BETAALBAAR
Vroeger – slechts vijf jaar geleden – was de 6.5 nog uiterst betaalbaar. Toen lag de prijs rond de € 2500. Tegenwoordig is dat al tussen de € 3500 en € 5000. Voor originele accessoires (ruit, rekje, tassen) wordt goudgeld betaald. Philippe Starck tekende nog een bijpassende kledinglijn getekend, maar die ging nooit in productie. In Nederland kostte de motor bij zijn introductie fl. 15.990. Al snel daalde dat naar fl. 14.990. In november 1996 was de Moto 6.5 in Nederland te koop voor fl. 13.500.
PROBLEEMGEVALLEN
De benzinetank is van kunststof en daar kunnen blaasjes op komen. Vergeet het maar om een nieuw ongeschonden exemplaar te kopen. De rest van het plastic kan meer hebben al houdt het lakwerk niet over. Al het karakteristieke grijze plastic uit 1995 is ondertussen flink vergeeld. Dat de 6.5 een echt zomers type is blijkt wel uit zijn gevoeligheid voor pekel.
OPMERKELIJKE MOTOR HAALT VOLKSKRANT
Het is niet elke motor gegeven, maar de Aprilia Moto 6.5 haalt in 1996 de Volkskrant als excentriek wapen tegen oprukkende files. ‘Aprilia’s Moto 6.5 van Philippe Starck is een uitgekiende combinatie van een vrouwelijke belijning en een mannelijk motorblok dat zich laat bekijken als ingewanden in een gestaald lichaam.’ Als altijd zijn de meningen verdeeld. Hoofdstedelijke motorzaak Selling raakt de motor niet aan de straatstenen kwijt, maar RAI-directeur Raymond Grollé is lyrisch: 'Het aanslaan van zo'n nieuw type motor vraagt tijd. Maar het ontwerp is zo origineel dat ik het geen verloren zaak vind.' De Volkskrant registreert al wel dat de Moto 6.5 geen succesnummer is: ‘Er zijn vijftig verkocht sinds juni 1995. Ongunstig moment, het seizoen liep af.’ Op meer had de importeur volgens de krant niet gerekend. 'Het is gewoon geen massaproduct. Er hoort een exclusief etiket aan te zitten.' Met de verkoopprijs zit dat laatste wel geramd.
SOLO DUE ANNI
Aprilia produceerde de Moto 6.5 – het is amper te bevatten bij zo’n klassieker – slechts twee jaar. De eerste generatie 95/96 komt uit de fabriek in Scorzè. Het uitleveren begint op 6 mei 1995. De eerste 6.5 heeft grijze bekabeling en een benzinekraan aan de rechterkant. Aprilia produceert 3556 exemplaren in Scorzè en die modellen zijn te herkennen aan de S-framecode. In 1996 verhuist de productie naar Noale vandaar de N-framecode. In totaal rolden er 2572 van de band. In 1997 zette Aprilia de productie al stil door tegenvallende verkopen. Toch begint de Moto 6.5 in 1999 aan een tweede leven. Aprilia start geen nieuwe productie op, maar bouwt tot 2001 nieuwe motoren met onderdelen die op de schappen liggen.
STARCKS VINGEROEFENINGEN
Voordat de Moto 6.5 zelfs maar in beeld kwam, ontwierp Philippe Starck een scooter op verzoek van Ivano Beggio. Deze zogenaamde Lama werd in 1992 gepresenteerd en ook direct afgeserveerd. Starck implementeerde de zachtheid van pluchen knuffels in het ontwerp en dat viel lastig te rijmen met de macho motorwereld. Beggio houdt Starck vaak een hand boven het hoofd, maar het prototype was zelfs hem te veel. Het was direct duidelijk dat de Lama het nooit verder zou schoppen dan prototype. Het is eeuwig zonde dat Starcks X-Ray na het debacle van de Lama en de Moto 6.5 ook sneuvelde. Het prachtige ontwerp, met het RSV-blok als kloppend hart als middelpunt, kwam niet verder dan een kartonnen model.
STERONTWERPER
Als navelstaarders pur sang kennen we Philippe Starck vooral als ontwerper van motorfietsen. De rest van de wereld kent de Fransman van andere designhoogstandjes.
Starck ontwierp legendarische gebouwen als het Royalton New York, het Asahi-gebouw in Tokio en het Café Costes in Parijs. Toch kennen de meeste mensen hem als ontwerper van Alessi-citroensnijder Juicy Salif en de onmogelijke fruitpers die legendarisch is om zijn gebruiksongemak.
.
.