MOTOplus 2020 no 14 met Moto-artikel
Geplaatst: 12-07-2020 15:35
'MOTOplus' no 14 (2020) met een artikel over de Moto'.
"25 jaar Aprilia Moto 6.5"
https://www.motoplus.nl/magazine/uitgav ... -moto-6-5/
25 jaar Aprilia Moto 6.5
Motor, wielen, tank en zadel - met de Aprilla Moto 6.5 wilde de Franse topontwerper Philippe Starck een kwart eeuw geleden de motorfiets tot zijn essentie terugbrengen. Helaas werd het geen groot succes, maar tegenwoordig is een 6.5 een bekend verzamelobject.
La Passione - passie. Italië kan niet zonder. En zeker niet in de jaren tachtig en negentig, toen men zich opmaakte om de internationale motorfietsmarkt ten zuiden van de Alpen te veroveren. Aprilia tegen Cagiva, beide tegen Ducati en alle drie tegen Japan. Of dat nu tot uiting kwam in de verkoopcijfers of op de circuits, het maakte niet uit, in deze wilde tijden heerste een aanstekelijke creatieve anarchie. Miguel Galluzzi had destijds het paradepaardje afgeleverd met zijn Ducati Monster. Rivaliserende Aprilia sloeg een heel andere weg in met de Moto 6.5. Het begon allemaal toen Ivano Beggio, de 'padrone' van de ambitieuze Italiaanse motorfietsfabrikant uit de regio Venetië, eind jaren tachtig zichzelf over de kop sloeg. Financiële adviseurs hadden hem overgehaald om de enorme winsten die hij had gemaakt te spreiden en te investeren in buitenlandse meubelbedrijven, zonnebrillenfabrikanten en kledingbedrijven. Dat ging - zoals zo vaak - helemaal mis. Alleen dankzij twee geniale scooters (de Scarabeo en de SR50), die met hun frisse design en nieuwe concepten als een bom insloegen op de snelgroeiende Italiaanse markt, wist Beggio zijn hoofd uit de strop te halen. Dat weerhield hem er echter niet van om buiten de gebaande paden te treden en zijn paden kruisten vaak met VIP's. Beggio leerde veel beroemde mensen kennen, waaronder topontwerper Philippe Starck, die net de renovatie van de privévertrekken in het Elysée van de Franse president Francois Mitterrand had voltooid. Beggio voelde de enorme kans om iets voor de eeuwigheid te creëren. Een designicoon zoals de Fiat 500 of de Vespa - niets minder dan dat. "Ik leerde Starck kennen op een meubeltentoonstelling," schreef Beggio in zijn biografie. "Hij was uiterst sympathiek, barstte van de energie en had een grote passie voor motorfietsen. Als tiener sleutelde hij aan de meest uiteenlopende machines, en toen ik hem leerde kennen, had hij een Bultaco trialmotor, een oude Triumph en een Harley in de garage staan. Hij zei dat hij graag met Aprilia wilde samenwerken om een motorfiets te maken, die hij omschreef als 'spiritueel'. Binnen een paar weken waren we het eens over die machine, de Moto. De naam had Starck zelf gekozen. De motorfiets moest net zo fascinerend zijn als een Harley en een design hebben dat net zo tijdloos is als dat van de Scarabeo. Na een maand liet hij me al de eerste schetsen zien," herinnerde de Aprilia-baas zich later. En inderdaad, de eerste ontwerpen van Starck toonden iets geheel nieuws: een compacte machine met een eivormige tank en nadrukkelijk organische vormen, waarbij het motorblok door de onder de eencilinder doorlopende framebuizen en de bijbehorende achterdemper en vlakke voordemper volledig in het midden liggen. Bezwaren van de ontwikkelingsafdeling over de maakbaarheid van het concept werden door Beggio rigoureus van tafel geveegd. Starck kreeg de vrije hand. Alberto Capella, een jonge en geïnspireerde ontwerper, moest ervoor zorgen dat het ontwerp van Starck werkelijk één op één werd gekopieerd.Het eerste ontwerpmodel was nog voorzien van de 350 cc eencilinder uit de Suzuki DR350, want de Moto moest een eenvoudige en compacte motorfiets worden. flitsend voor de stad en voor rijders zonder al te veel ervaring, zij werden aangetrokken door de buitengewone de campagne. Maar door de lage koers van de Japanse yen in die tijd, explodeerden de prijzen bij Suzuki en werd de eencilinder van de Aprilia Pegaso aangewezen als vervangende krachtbron. Dit blok was groter en ook veel sterker dan het oorspronkelijk geplande Suzuki blok. Starck was echter niet bereid om compromissen te sluiten over de frameconstructie. "Blijkbaar was hij niet gewend om compromissen te sluiten en dingen te bespreken met de technici, zoals gebruikelijk. Elke voorgestelde verandering werd door Starck bestempeld als godslastering," herinnert Beggio zich. De Fransman bezocht vaak de ontwerpafdeling in Noale en hield, samen met zijn medewerker Thierry Gauguin, de voortgang van het project nauwlettend in de gaten. Volgens Capella waren die bezoeken vooral vriendschappelijk van aard, waarbij Starck urenlang de motor van verschillende kanten bekeek. Tijdens die bezoeken bracht hij altijd prosecco en andere lekkernijen mee voor het ontwerpteam. De Moto was complex en de ontwikkelingsafdeling moest met nieuwe technieken werken om de eigenaardige vormen uit te voeren. Er waren bijvoorbeeld speciale ponsmachines nodig om de ellipsvormig gebogen framebuizen vorm te geven. Ook de voorste demper, die als een soort toboggan om de onderkant van de motor kwam te liggen, was een moeilijk onderdeel. Daarnaast vormden de bolvormige radiateur, de eivormige benzinetank zonder echte motorergonomie, het zadel zonder uitgesproken comfort en het feit dat er nauwelijks kuipdelen waren, aanzienlijke uitdagingen voor het team. Bovendien moest het geheel in een grijstint worden uitgevoerd, wat de technici bijna tot wanhoop dreef, want, zo moesten bijvoorbeeld ook de UV-bestendige rubberslangen en remleidingen in exact dezelfde kleur worden gevonden. De ingenieurs van de ontwikkelingsafdeling moesten ook over buitengewone vaardigheden beschikken om het uiterst compacte prototype in elkaar te zetten. Uiteindelijk was het Capella, die met de nodige diplomatie tussen Starck enerzijds en de technici anderzijds onderhandelde om tot de noodzakelijke kleine compromissen te komen, zodat de berijdbaarheid van de 'Starck' - zoals de 6.5 intern werd genoemd - op een aanvaardbaar niveau kwam. Op die manier werd het ontwikkelingsproces van ongeveer twee jaar met zes maanden verkort en kon de 6.5 op de autosalon van Bologna in 1994 worden gepresenteerd. "Starck was ook zeer betrokken bij de presentatie van de machine in Bologna," aldus Beggio in zijn biografie. Voor de onthulling zette hij een spectaculaire show op en beroemdheden als Peter Gabriel, Lucio Dalla en Bigas Luna poseerden met de Moto 6.5. "In de eerste dagen na de presentatie werden we overweldigd door het aantal orders uit de hele wereld en raakten we ervan overtuigd dat we een tijdloos designicoon hadden gecreëerd. Maar nadat alle architecten, ontwerpers en grote ondernemers er een besteld hadden, nam de belangstelling af. Tot onze verrassing kon de 'gewone' rijder het extraverte ontwerp niet waarderen en koos hij voor Miguel Galluzzi's gespierde Ducati Monster," aldus Beggio in zijn biografie. Ergo, de Moto 6.5 werd de grootste flop in de geschiedenis van het bedrijf en na twee jaar en ongeveer 6.200 geproduceerde machines, werd de productie stopgezet. Beggio troostte zich met het feit dat de Moto 6.5 als verzamelobject in waarde bleef stijgen en de Aprilia zelfs een plaats kreeg in de motortentoonstelling van het Guggenheim Museum in New York. Inmiddels is de Moto 6.5 in Italië een echte cult motorfiets geworden. Na de Moto 6.5 volgden, ondanks alle moeilijkheden, nog twee nooit gerealiseerde projecten in Noale in samenwerking met Philippe Starck. Het eerste was de 'Lama' scooter, het tweede de X Ray 1000 met de V-twin van de latere Aprilia RSV1000. Van de X Ray 1000 werden een ontwerpstudie en een draaiend prototype gebouwd. Er kwamen echter technische problemen aan het licht die te maken hadden met het te kleine buizenframe, de veel te kleine brandstoftank en te weinig ruimte voor de airbox, waardoor het project - mede door de tegenvallende verkoop van de Moto 6.5 - al snel werd stopgezet. Toch was de Moto 6.5 Beggio's favoriete project en wachtte er nog een grote prestatie. Op 16 maart 2018 werd de plotseling overleden 'padrone' Ivano Beggio door een dertigtal Moto 6.5's naar zijn laatste rustplaats in zijn geboorteplaats Noale begeleid, precies zoals deze visionair het gewild zou hebben.
.
"25 jaar Aprilia Moto 6.5"
https://www.motoplus.nl/magazine/uitgav ... -moto-6-5/
25 jaar Aprilia Moto 6.5
Motor, wielen, tank en zadel - met de Aprilla Moto 6.5 wilde de Franse topontwerper Philippe Starck een kwart eeuw geleden de motorfiets tot zijn essentie terugbrengen. Helaas werd het geen groot succes, maar tegenwoordig is een 6.5 een bekend verzamelobject.
La Passione - passie. Italië kan niet zonder. En zeker niet in de jaren tachtig en negentig, toen men zich opmaakte om de internationale motorfietsmarkt ten zuiden van de Alpen te veroveren. Aprilia tegen Cagiva, beide tegen Ducati en alle drie tegen Japan. Of dat nu tot uiting kwam in de verkoopcijfers of op de circuits, het maakte niet uit, in deze wilde tijden heerste een aanstekelijke creatieve anarchie. Miguel Galluzzi had destijds het paradepaardje afgeleverd met zijn Ducati Monster. Rivaliserende Aprilia sloeg een heel andere weg in met de Moto 6.5. Het begon allemaal toen Ivano Beggio, de 'padrone' van de ambitieuze Italiaanse motorfietsfabrikant uit de regio Venetië, eind jaren tachtig zichzelf over de kop sloeg. Financiële adviseurs hadden hem overgehaald om de enorme winsten die hij had gemaakt te spreiden en te investeren in buitenlandse meubelbedrijven, zonnebrillenfabrikanten en kledingbedrijven. Dat ging - zoals zo vaak - helemaal mis. Alleen dankzij twee geniale scooters (de Scarabeo en de SR50), die met hun frisse design en nieuwe concepten als een bom insloegen op de snelgroeiende Italiaanse markt, wist Beggio zijn hoofd uit de strop te halen. Dat weerhield hem er echter niet van om buiten de gebaande paden te treden en zijn paden kruisten vaak met VIP's. Beggio leerde veel beroemde mensen kennen, waaronder topontwerper Philippe Starck, die net de renovatie van de privévertrekken in het Elysée van de Franse president Francois Mitterrand had voltooid. Beggio voelde de enorme kans om iets voor de eeuwigheid te creëren. Een designicoon zoals de Fiat 500 of de Vespa - niets minder dan dat. "Ik leerde Starck kennen op een meubeltentoonstelling," schreef Beggio in zijn biografie. "Hij was uiterst sympathiek, barstte van de energie en had een grote passie voor motorfietsen. Als tiener sleutelde hij aan de meest uiteenlopende machines, en toen ik hem leerde kennen, had hij een Bultaco trialmotor, een oude Triumph en een Harley in de garage staan. Hij zei dat hij graag met Aprilia wilde samenwerken om een motorfiets te maken, die hij omschreef als 'spiritueel'. Binnen een paar weken waren we het eens over die machine, de Moto. De naam had Starck zelf gekozen. De motorfiets moest net zo fascinerend zijn als een Harley en een design hebben dat net zo tijdloos is als dat van de Scarabeo. Na een maand liet hij me al de eerste schetsen zien," herinnerde de Aprilia-baas zich later. En inderdaad, de eerste ontwerpen van Starck toonden iets geheel nieuws: een compacte machine met een eivormige tank en nadrukkelijk organische vormen, waarbij het motorblok door de onder de eencilinder doorlopende framebuizen en de bijbehorende achterdemper en vlakke voordemper volledig in het midden liggen. Bezwaren van de ontwikkelingsafdeling over de maakbaarheid van het concept werden door Beggio rigoureus van tafel geveegd. Starck kreeg de vrije hand. Alberto Capella, een jonge en geïnspireerde ontwerper, moest ervoor zorgen dat het ontwerp van Starck werkelijk één op één werd gekopieerd.Het eerste ontwerpmodel was nog voorzien van de 350 cc eencilinder uit de Suzuki DR350, want de Moto moest een eenvoudige en compacte motorfiets worden. flitsend voor de stad en voor rijders zonder al te veel ervaring, zij werden aangetrokken door de buitengewone de campagne. Maar door de lage koers van de Japanse yen in die tijd, explodeerden de prijzen bij Suzuki en werd de eencilinder van de Aprilia Pegaso aangewezen als vervangende krachtbron. Dit blok was groter en ook veel sterker dan het oorspronkelijk geplande Suzuki blok. Starck was echter niet bereid om compromissen te sluiten over de frameconstructie. "Blijkbaar was hij niet gewend om compromissen te sluiten en dingen te bespreken met de technici, zoals gebruikelijk. Elke voorgestelde verandering werd door Starck bestempeld als godslastering," herinnert Beggio zich. De Fransman bezocht vaak de ontwerpafdeling in Noale en hield, samen met zijn medewerker Thierry Gauguin, de voortgang van het project nauwlettend in de gaten. Volgens Capella waren die bezoeken vooral vriendschappelijk van aard, waarbij Starck urenlang de motor van verschillende kanten bekeek. Tijdens die bezoeken bracht hij altijd prosecco en andere lekkernijen mee voor het ontwerpteam. De Moto was complex en de ontwikkelingsafdeling moest met nieuwe technieken werken om de eigenaardige vormen uit te voeren. Er waren bijvoorbeeld speciale ponsmachines nodig om de ellipsvormig gebogen framebuizen vorm te geven. Ook de voorste demper, die als een soort toboggan om de onderkant van de motor kwam te liggen, was een moeilijk onderdeel. Daarnaast vormden de bolvormige radiateur, de eivormige benzinetank zonder echte motorergonomie, het zadel zonder uitgesproken comfort en het feit dat er nauwelijks kuipdelen waren, aanzienlijke uitdagingen voor het team. Bovendien moest het geheel in een grijstint worden uitgevoerd, wat de technici bijna tot wanhoop dreef, want, zo moesten bijvoorbeeld ook de UV-bestendige rubberslangen en remleidingen in exact dezelfde kleur worden gevonden. De ingenieurs van de ontwikkelingsafdeling moesten ook over buitengewone vaardigheden beschikken om het uiterst compacte prototype in elkaar te zetten. Uiteindelijk was het Capella, die met de nodige diplomatie tussen Starck enerzijds en de technici anderzijds onderhandelde om tot de noodzakelijke kleine compromissen te komen, zodat de berijdbaarheid van de 'Starck' - zoals de 6.5 intern werd genoemd - op een aanvaardbaar niveau kwam. Op die manier werd het ontwikkelingsproces van ongeveer twee jaar met zes maanden verkort en kon de 6.5 op de autosalon van Bologna in 1994 worden gepresenteerd. "Starck was ook zeer betrokken bij de presentatie van de machine in Bologna," aldus Beggio in zijn biografie. Voor de onthulling zette hij een spectaculaire show op en beroemdheden als Peter Gabriel, Lucio Dalla en Bigas Luna poseerden met de Moto 6.5. "In de eerste dagen na de presentatie werden we overweldigd door het aantal orders uit de hele wereld en raakten we ervan overtuigd dat we een tijdloos designicoon hadden gecreëerd. Maar nadat alle architecten, ontwerpers en grote ondernemers er een besteld hadden, nam de belangstelling af. Tot onze verrassing kon de 'gewone' rijder het extraverte ontwerp niet waarderen en koos hij voor Miguel Galluzzi's gespierde Ducati Monster," aldus Beggio in zijn biografie. Ergo, de Moto 6.5 werd de grootste flop in de geschiedenis van het bedrijf en na twee jaar en ongeveer 6.200 geproduceerde machines, werd de productie stopgezet. Beggio troostte zich met het feit dat de Moto 6.5 als verzamelobject in waarde bleef stijgen en de Aprilia zelfs een plaats kreeg in de motortentoonstelling van het Guggenheim Museum in New York. Inmiddels is de Moto 6.5 in Italië een echte cult motorfiets geworden. Na de Moto 6.5 volgden, ondanks alle moeilijkheden, nog twee nooit gerealiseerde projecten in Noale in samenwerking met Philippe Starck. Het eerste was de 'Lama' scooter, het tweede de X Ray 1000 met de V-twin van de latere Aprilia RSV1000. Van de X Ray 1000 werden een ontwerpstudie en een draaiend prototype gebouwd. Er kwamen echter technische problemen aan het licht die te maken hadden met het te kleine buizenframe, de veel te kleine brandstoftank en te weinig ruimte voor de airbox, waardoor het project - mede door de tegenvallende verkoop van de Moto 6.5 - al snel werd stopgezet. Toch was de Moto 6.5 Beggio's favoriete project en wachtte er nog een grote prestatie. Op 16 maart 2018 werd de plotseling overleden 'padrone' Ivano Beggio door een dertigtal Moto 6.5's naar zijn laatste rustplaats in zijn geboorteplaats Noale begeleid, precies zoals deze visionair het gewild zou hebben.
.